Interview met Theo Pieter de Jong (door Peter van Veen).
Op zondag 11 september neemt Theo Pieter de Jong afscheid. Op een kleine maand na is hij dan zes jaar predikant geweest in de Beatrixkerk. Afscheid nemen vindt hij moeilijk, vooral nu er zoveel speelt binnen de PGE. ‘We moeten meer samen doen binnen de PGE. Het is belangrijk dat we elkaar blijven vasthouden.’ ‘God, mensen, het geloof en de kerk vind ik heel erg mooi. Daar wil ik mij graag voor inzetten’, vertelde Theo Pieter net voor zijn bevestiging in de Beatrixkerk zes jaar terug. Hij denkt er nog net zo over. Ook zei hij dat hij graag een biddende dominee wil zijn. ‘Dat is wat ik mooi vind, waarin ik geloof. Het gebed hoort voor mij bij de kern van het geloof. Belangrijk vind ik dat we blijven zoeken naar goede vormen van gebed.’
De kerk, of die nu staat in Ede of Schaarsbergen, de gemeente waarnaar hij vertrekt, is voor hem een plek waar mensen samen geloven, waar je terecht kunt met je vragen, verdrietig kunt zijn en ook blij. Je doet er dingen met elkaar en ziet naar elkaar om. Of, zoals hij zes jaar terug zei: ‘De kerk moet een plek zijn waar mensen denken: ik gun een ander dit ook. Het is goed hier.’
Voor veel gemeenteleden kwam de aankondiging van het vertrek van Theo Pieter onverwacht. Toch was er al langere tijd vanuit verschillende gemeenten in het land belangstelling voor hem.
Uiteindelijk koos hij voor Schaarsbergen, een kleinere gemeente dan de wijk waaraan hij nu
verbonden is. Zoekend naar woorden probeert hij zijn keuze uit te leggen. ‘Een aantal redenen zijn rationeel. Een ervan is dat ik een dag minder wil gaan werken. Dat kan omdat de omvang van mijn betrekking in de nieuwe gemeente kleiner is. Ik kan er mijn aandacht over minder mensen verdelen. Ook is het fijn dat we wat dichter bij Maartens moeder en bij de ouders van onze pleegdochter gaan wonen.’ Na een korte stilte: ‘Ik wil echter niet alleen rationeel kiezen. Ik geloof dat ook Gods Geest in dit soort processen wil leiden.’ Na de vragen of hij zich geroepen voelt en of dit het juiste moment is om het beroep aan te nemen, is Theo Pieter langer stil. ‘Hoe weet je of je geroepen bent’, herhaalt hij vragend en antwoordt dan: ‘Als ik rust over zo’n beslissing voel. Dan is het goed.’ ‘Bovendien’, vervolgt hij, ‘groeide bij mij de overtuiging dat deze gemeente de komende jaren een predikant nodig heeft met een ander profiel dan ik. Er gebeurt veel binnen de Protestantse Gemeente in Ede. Meer samenwerking is niet alleen noodzakelijk, maar juich ik ook toe. Ik ben enthousiast over het ONE-team dat in PGE-verband het pastoraat organiseert. De gezamenlijke Pinksterviering was ook heel mooi. Veel ideeën die afgelopen tijd zijn genoemd kun je alleen als PGE oppakken. Ik begrijp de onrust die er bij gemeenteleden is, maar ik heb er alle vertrouwen in dat er een goede weg gevonden kan worden. Er is zoveel talent, geloof en verbondenheid in deze gemeente. En zondag aan zondag herhaal ik dat we een God dienen die niet loslaat het werk van Zijn handen, daar moeten we nu dan ook op durven vertrouwen.’
Er is afgelopen jaren in de Beatrixkerk veel gebeurd. ‘Ik vind de gemeente vooral gegroeid in
pastorale aandacht voor elkaar. Het is mooi wat er op dit gebied allemaal gebeurt.’ Over zijn rol
hierbij en bij veel andere initiatieven die afgelopen jaren van de grond kwamen, is hij bescheiden. Met een glimlacht citeert hij een vriendin die hem eens voorhield dat een dominee een manager is in teleurstellingen. ‘Er gebeurt zoveel in de kerk, er verandert veel waarmee je iets moet. Hoeveel je je ook inspant, het kan altijd beter. Er blijft altijd wel wat over om je schuldig over te voelen.’ Voor hem blijft een predikant echter vooral iemand die zorg draagt voor een gemeente, luistert, voorgaat in erediensten en trouw- en rouwdiensten begeleidt. Daarnaast ziet hij voor zichzelf ook een missionaire taak weggelegd. ‘Hierbij wordt vaak het onderscheid gemaakt tussen binnen en buiten de kerk. Dat is vreemd want buiten is vaak binnen. Ik bedoel hiermee dat onze gemeenteleden de vragen uit hun dagelijks leven meenemen de kerk in. De kerk is niet een eiland, maar staat midden in de wereld door de mensen die samen kerk zijn.’
Voor Theo Pieter betekent kerk-zijn ook omzien naar mensen buiten de eigen gemeente, die
eenzaam zijn of aan de rand van de samenleving staan. Hoe hieraan vorm geven is lastig. ‘Ik ben bang dat we hierin wel eens wat te afwachtend zijn.’ Hij is blij met de contacten die ontstaan zijn met bijvoorbeeld buurtwerk, de basisschool en wijkagent. ‘Het is goed om gezamenlijk op te trekken en dienstbaar te zijn aan de samenleving. Mijn missionaire opleiding heeft mij en de gemeente hierin veel gebracht. Al heeft corona wel aardig wat roet in het eten gegooid. Veel dingen zijn hierdoor blijven liggen. Ik vind het hoopgevend dat dit soort dingen nu ook PGE-verband opgepakt worden.’
Zo ziet Theo Pieter veel kansen voor de gemeente. En is hij hoopvol, vanwege de Heer van de kerk. Regelmatig moet hij denken aan de zin uit een lied, ‘maar niet hout en staan alleen, is ’t grote werk gedaan, ’t zal om onszelve gaan’. De toekomst van de kerk ligt bij God, maar hangt menselijkerwijs ook af van de optelsom van beslissingen heel veel individuele mensen. Keuzes rondom diensten en gebouwen zijn niet allesbepalend, veel meer hangt af van wat ieder van ons antwoord als Jezus zegt: ‘Maar jij, volg jij Mij’. ‘En ik hoop dat ik in de afgelopen zes jaar mensen heb geholpen om daar van harte positief en vol vertrouwen op te antwoorden’, aldus Theo Pieter.